Skip to main content

Het is prachtig als mensen je toelaten in hun leven

“Mijn werk als jeugdverpleegkundige is heel veelzijdig. Voor een deel bestaat het uit afspraken met ouders op het consultatiebureau; per dagdeel zie ik gemiddeld negen kinderen in de leeftijdscategorie 0 tot 4 jaar. In twintig minuten probeer ik goed zicht te krijgen op de groei en ontwikkeling van het kind en de thuissituatie: hoe gaat het met de ouders, het kind, de nieuwe samenstelling? In zeventig procent van de afspraken gaat alles prima. Maar soms vraagt een gesprek meer tijd en aandacht en plan ik een huisbezoek in. Aan deze bezoeken, telefoontjes, mailtjes en appjes aan ouders, gesprekken met de gemeente, overleg met voorschoolse voorzieningen en werkgroepen besteed ik het grootste deel van mijn tijd.

"Voor álles in het leven heb je een opleiding, behalve voor het ouderschap!"

Onzekerheid

Een kind krijgen is een ingrijpende gebeurtenis. Let wel: voor álles in het leven heb je een opleiding, behalve voor het ouderschap! Niet gek dus dat veel kersverse ouders met vragen zitten of onzeker zijn. Het is ontzettend fijn om hen daarbij te helpen. Het is mooi hoe open de meeste mensen zijn, vaak al tijdens het eerste huisbezoek als hun kindje amper tien dagen oud is, terwijl ze me dan nog maar net kennen. Het blijft bijzonder om zomaar deelgenoot gemaakt te worden van het leven van jonge ouders. Laatst vertelde een moeder me haar verhaal tot in detail, vanaf het moment dat ze de zwangerschapstest deed! Dat is op zich ook niet de bedoeling, maar het is fantastisch dat zij zich veilig genoeg voelt om het met me te delen.

"In feite willen we allemaal hetzelfde: dat het kind krijgt wat hij nodig heeft, dat staat voorop.”

Gevoel en ervaring

Als jeugdverpleegkundige ben ik vaak de eerste die met ouders moet bespreken dat hun kind zich niet ontwikkelt zoals je hoopt of verwacht op zijn leeftijd. Of ik merk dat de ouders meer ondersteuning nodig hebben in de opvoeding. In beide gevallen ga ik samen met ouders – en eventuele andere betrokken instanties – op zoek naar de geschikte ondersteuning zodat het kindje (en de ouders) krijgt wat het nodig heeft. Gezinnen met beperkte financiële middelen wijs ik bijvoorbeeld de weg naar het sociaal team van de gemeente en de voedsel-, kleding-, of speelgoedbank. Ik vind het moeilijk als mensen me niet toelaten, terwijl ik het gevoel heb dat ze die hulp goed kunnen gebruiken – gelukkig gebeurt dat zelden. In feite willen we allemaal hetzelfde: dat het kind krijgt wat hij nodig heeft, dat staat voorop.”