Skip to main content

Slaapproblemen

bij kinderen van 6 maanden tot 2 jaar: de 4 minutenmethode

Als je kind zich goed ontwikkelt, goed gehecht is, eet zoals verwacht en een normale groei laat zien, dan kan deze slaapmethode geschikt zijn voor jou en je kind. Past deze methode niet bij je? Informeer bij de jeugdverpleegkundige naar andere methoden om jouw kindje te helpen bij het leren in- of doorslapen.

De 4 minutenmethode

De vierminutenmethode heeft als doel om een kind zelfstandig te leren inslapen en doorslapen, zonder dat ouders bepaalde handelingen zoals wiegen, voeden of oppakken moeten uitvoeren. Tegelijkertijd respecteert deze methode de fase van geleidelijke scheiding, waarbij het voor een baby of jonge peuter nog belangrijk is om de aanwezigheid van de ouder te voelen (dit wordt 'gecontroleerde separatie’ genoemd). De vier minuten pauze tussen het roepen van je kind en ernaartoe gaan, is de tijd die nodig is om de koppeling tussen wakker worden en aangeleerde gewoontes te doorbreken. Door deze ontkoppeling kan je kind ook binnen een redelijke termijn (ongeveer een week) een nieuwe slaapstructuur ontwikkelen.

De vierminutenmethode hanteer je samen met een aantal andere randvoorwaarden die je moet aanwenden om tot resultaten te kunnen komen

 

  • Overleg de methode, met je eventuele partner. Als je beslist dat je deze methode wil uitvoeren, ga er dan samen 100% voor. Beslis wie de trai­ning 's avonds doet en wie het op zich neemt tijdens de nacht. Dat mag gerust afwisselend zijn, maar discussieer hier ‘s nachts niet over. Sommi­ge ouders vinden het fijn om het samen te doen, andere gunnen de ene liever rust (eventueel slaapt die elders in het huis of met andere kinderen bij de grootouders).  
  • Zodra je besloten hebt, denk dan vooruit en bereid je voor op de nodige moeilijkheden. Zijn er nog kinderen in huis die gewekt kunnen worden wanneer je kind huilt? Bedenk wat je daarmee gaat doen om te voorkomen dat dat de reden is waardoor je het niet kan volhouden. Zijn familieleden een optie? Of is er een kamer beschikbaar verderop in het huis? 
  • Probeer in te schatten hoelang je kind het volhoudt. Zo bereid je jezelf mentaal ook voor. Kinderen die niet meteen uit zichzelf doorslapen, zijn meestal volhoudertjes. Het is niet ongewoon dat je meer dan 1 uur tot zelfs 2 uur de aanpak moet aanhouden, en dit soms meerdere keren per nacht! Als je niet volhoudt, krijg je een omgekeerd effect en wordt het nog erger wanneer je het een volgende keer probeert.
  • Regel voor jezelf een day after. Kan je thuisblijven en rust nemen? Als dat moeilijk ligt voor je werksituatie of je hebt niet de mogelijkheid om je werkuren flexibel te regelen, neem dan desnoods contact op met je huisarts. Fulltime werken én de vierminutenmethode toepassen gaan echt niet samen. Je eigen vermoeidheid en de angst dat je de volgende dag niet kan presteren, mogen geen aanleiding zijn om je aanpak niet te kunnen volhouden.
  • Begin niet aan de vierminutenmethode als je vooraf weet dat het je niet zal lukken of als je twijfelt of je het wel kan of wil. Een interventie doen en nadien terugkeren naar het oude werkt enkel maar verwarrend voor je kind. Het vraagt veel energie van jullie allebei. Door naar het oude terug te keren en het kind weer uit bed te halen of  te voeden, zijn de reacties voor je kind erg onzeker en onduidelijk en zal hij of zij vaker en sneller overstuur raken wanneer je het een volgende keer opnieuw wil proberen. Je aanpak niet consequent doorvoeren leert je kind bovendien ook om vol te houden. 
  • Weet dat de vierminutenmethode heftig kan zijn. Zeker de eerste twee nachten zijn lastig. Houd vol en pas enkel en alleen de vierminutenregel toe. De derde nacht mag je verwachten dat de wakkere periodes en het huilen of protest minder lang zullen duren.
  • Je kan deze methode als je ze helemaal uitvoert zoals ze hieronder staat beschreven, maximaal 1 week uitvoeren. Met een week tijd kan je zo een goed resultaat bereiken. De ervaring leert dat ongeveer 90% van de ouders daarin slaagt, ook al achtten ze het vooraf bijna onmogelijk. Indien het na een week toch niet blijkt te lukken bij je kind, ga dan na waarom het niet lukte. Daar kunnen verschillende redenen voor zijn.  Soms heb je een andere manier nodig of past een andere methode beter.
  • Maak emotioneel ook een onderscheid tussen de (helse) nacht en de dag. Een moeilijke nacht kan overdag je humeur en draagkracht sterk beïnvloeden. Toch is het belangrijk om een nieuwe dag te beginnen waarbij je de nacht niet meer beoordeelt en veroordeelt. Probeer ook een nieuwe dag te beginnen met aandacht voor knuffels en positieve bevestiging voor de kleine, lieve, grappige fratsen die je kind uithaalt. Je kindje is aan het leren en heeft je positieve steun en bevestiging ook nodig. 

Zo ga je te werk bij de vierminutenmethode: 

  1. Zorg voor een goed gestructureerd avondritueel. Kies een vast tijdstip en be­steed aandacht aan een fijn moment samen. Beperk dit in de tijd, 10 tot 15 minuten is voldoende. Leg je kind moe maar wakker in een eigen bedje.
  2. Je verlaat de kamer, je kind huilt misschien en wil dat je nog blijft.
  3. Je stelt het kind gerust, heel kort. 'Mama (papa) is thuis, mama (papa) is in de woonkamer.' Als je kind een fopspeen gebruikt, stimuleer hem of haar dan om die te nemen als troost. Ook al is het kind nog erg klein, het is belangrijk dat je verwoordt dat je niet weg bent, maar in huis blijft. Je verlaat de kamer. Stop de fopspeen niet in de mond. Reik ze aan bij baby's die dat al kunnen, om ze zelf te leren nemen en zelf in de mond te stoppen. Laat je peuter zoveel mogelijk de fopspeen zelf vinden en pakken als troost.
  4. Het kind blijft huilen als je weggaat en wordt wellicht ook boos.
  5. Je wacht 4 minuten voor je iets van jou laat horen (en reageert dus niet). Kijk op een klok. 4 minuten kunnen lang duren. Gok niet, maar respecteer echt die 4 minuten. Je geeft nu je kind de kans om zichzelf te leren troosten.
  1. Na 4 minuten -als je kind nog steeds huilt en/of roept-kom je weer de kamer binnen en stel je je kind gerust of troost je hem of haar kort door aanraking. Haal je kind niet uit bed (tenzij en enkel wanneer hij of zij erg overstuur is en bijvoorbeeld bijna zou braken). Je geeft geen voeding. Water geven mag. Je verlaat opnieuw de kamer. Je kind heeft je gezien, hij of zij weet dat je er nog bent. 
  1. Wanneer je de kamer weer hebt verlaten en je kind blijft roepen, wacht je opnieuw 4 minuten en doet vervolgens hetzelfde als je je na die 4 minuten opnieuw laat zien.
  2.  Dit blijf je herhalen tot je kind zelf in slaap valt. Bij het inslapen zal dat meestal iets sneller gaan, omdat er veel slaapdruk is. Deze training tijdens de nacht is het zwaarst. Toch is de manier van trainen hetzelfde.
  3. Evalueer na een week. Het in-en doorslapen moet duidelijk beter zijn, tot zelfs helemaal opgelost. Indien dat helemaal niet het geval blijkt te zijn en je de methode helemaal zoals beschreven hebt toegepast, kan je het beste ofwel een andere methode toepassen ofwel professionele hulp zoeken.

De vierminutenmethode kan je dus toepassen voor het inslapen, maar ook tijdens de nacht. Uiteraard doe je tijdens de nacht geen ritueel. Het uiteindelijke doel is dus dat je kind zelf weer kan inslapen, zonder de ge­bruikelijke tussenkomsten of associatiegewoontes van jou. 
Heb je deze methode al eens toegepast en lukte het niet? Ga dan eens na of je de reden terugvindt waarom het niet werkte bij jou. Je kan de vier­minutenmethode gerust herhalen als het voor jou helemaal duidelijk is waarom het de vorige keer zonder succes verliep en je overtuigd bent dat je daar nu een oplossing voor hebt. 
Heb je na het lezen van deze methode het gevoel dat deze methode niet bij jou of jullie past? Dan kan je de jeugdverpleegkundige of jeugdarts vragen om mee te denken over alternatieve methodes.
 

Wanneer je kind complexe problemen heeft zoals ontwikkelingsproblemen of medische aandoenin­gen, is deze methode ook niet geschikt.

Bron:
Karlien Dhondt, 2022, blz 147 - 151 zoals beschreven in  Slaap nu maar, Karlien Dhondt