Slaaptips 3-4 jaar
Veel kinderen tussen 0 en 4 jaar maken het hun ouders wel eens moeilijk met hun slaapgedrag. Misschien wil je kind niet inslapen, misschien wordt het vaak 's nachts wakker. Waarschijnlijk heb je zelf al geprobeerd dit op te lossen. Op deze kaart vertellen wij je iets over de ontwikkeling van je kind en geven we tips over het slapen. We hopen dat er bruikbare tips voor je bijzitten!
De ontwikkeling tussen 3 en 4 jaar
Op een rijtje gezet:
- Het kind is leergierig, het vraagt heel veel: Waarom...?, Wat...?
- Het kent al veel meer woorden.
- Het kan meer begrijpen en zelf vertellen.
- Het krijgt meer besef van tijd: Morgen, Nog één nachtje slapen.
- Het kan al veel meer zelf doen, het geniet van 'doen'.
- Het heeft veel minder voedsel nodig, ook al is het veel actiever.
- Het kan nu het boos zijn of blij zijn van anderen herkennen, het kan al een beetje meeleven.
- Het kan lelijke dingen wensen: Mijn broertje moet dood; het denkt nog dat dit dan ook gebeuren kan.
- Het begint met andere kinderen samen te spelen.
Het slapen tussen 3 en 4 jaar
Het kind slaapt meestal niet meer overdag.
Wel is de behoefte aan slaap tussen kinderen heel verschillend. Het wil vaak niet ophouden met spelen als het naar bed moet. Het heeft even tijd nodig om tot rust te komen.
Tip: Vertel het kind 5 minuten tevoren dat het naar bed moet; even samen opruimen!
Tip: Sommige kinderen blijven aandacht vragen: slokje water, nog even een verhaaltje. Houd een vaste volgorde aan bij het naar bed gaan: bijvoorbeeld uitkleden, wassen, tandenpoetsen en tot slot een kort verhaaltje of even praten. Eindig met: En nu ga je lekker slapen. (Vooral niet vragen: Ga je nou lekker slapen? want dan kan het 'nee' zeggen.)
's Nachts even (half) wakker worden is normaal. Kinderen die aandacht vragen gaan dan roepen of huilen. Deze kinderen moeten nog leren zelf weer te gaan slapen.
Tip: Zeg: Je gaat nu weer slapen, het is nog nacht.
Het heeft wel eens een enkele keer een angstdroom. Soms omdat het overdag 'stout' is geweest.
Tip: Even over de afgelopen dag praten als het in bed ligt. Zeggen dat je toch van hem of haar houdt, ook al heeft het die dag iets 'stouts' gedaan. Geruststellen: Alle kinderen doen wel eens iets stouts.
Moeilijkheden bij het slapen
Elke avond komt mijn kind twee of drie keer naar beneden - Mijn kind valt niet vóór 11 uur in slaap - Mijn kind slaapt wel op tijd in, maar wordt tegen 11 uur wakker en blijft dan de halve nacht spoken.
Kinderen van deze leeftijd die 's avonds of 's nachts steeds weer spoken, hebben dat geleerd. Ze vragen aandacht door te roepen of naar beneden te komen. Ze krijgen aandacht, ook al reageert u boos; dat is toch aandacht. 's Nachts spoken kan het gevolg zijn van angstdromen. Dat gebeurt
nogal eens als u overdag heel veel moet verbieden: Blijf daar af - Laat dat - Dat is van je zusje - Geef terug. Het kind weet dat u zijn gedrag niet goedkeurt, maar weet nog niet hoe dat te veranderen.
Tip: Probeer het eens anders: prijs het kind als het wel doet wat u vraagt, als het wel lief speelt.
Tip: Vertel het kind, als u het 's avonds instopt, wat het de afgelopen dag goed gedaan heeft.
's Nachts spoken kan ook een gewoonte geworden zijn. Een verkeerde gewoonte. Maar je kind weet niet beter: als het een keel opzet, krijgt het aandacht. Dit afleren is vaak moeilijk. Het kost veel doorzettingsvermogen van de ouders.
Tip: Begin overdag uw kind te leren dat het niet steeds aandacht krijgt als het daarom vraagt. Het kind moet nu al langere tijd zelf kunnen spelen, terwijl jij met je eigen dingen bezig bent. Zeg dat duidelijk: Ik heb nu geen tijd voor je - We zijn nu even aan het praten, straks kom ik wel even naar je kijken.
Het kind went hier snel aan. Belangrijk is wel dat je vasthoudt aan wat jegezegd hebt. Dus: niet toegeven als het blijft zeuren. Na een tijdje wel de beloofde aandacht geven.
Lukt dit overdag al vrij goed, begin dan 's avonds of 's nachts..
Tip: Zeg duidelijk: nu blijf je in je bedje, je gaat nu slapen, ik ga naar beneden.
Tip: Komt het kind naar beneden, breng het dan direct weer naar boven en herhaal: Je gaat nu slapen.
Ten slotte: Als je nog vragen hebt, praat er dan over met de verpleegkundige of arts van het consultatiebureau. Vraag naar geschikte literatuur of websites op het consultatiebureau.